Industrie van de toekomst: natuurinclusief

Industrie van de toekomst: natuurinclusief

Lozingen en uitstoot van gevaarlijke chemische stoffen, zoals PFAS, microplastics en  opgewarmd koelwater van de kerncentrale, het gebruik van staalslakken, uitbreiding van bedrijventerreinen, verdieping van de Westerschelde, plannen voor een waterstoffabriek, aanlandingen van windparken en twee potentiële nieuwe kerncentrales. Ondertussen strijden economische sectoren om de beschikbare ruimte. Het is pijnlijk duidelijk: de natuur heeft nog altijd niet de centrale plek in ons denken en doen die zo hard nodig is. ZMf zoekt een integrale aanpak om de industrie van nu om te vormen naar een toekomstbestendige, met oog voor natuur en een gezonde leefomgeving. Met ons uitvoeringsprogramma ‘Industrie van de toekomst’ willen we gezamenlijk werken aan de invulling daarvan en moedigen we de industrie aan om koploper te worden in de essentiële stappen naar een sector die klaar is voor de toekomst.

Als er tijdens nationale congressen over de aanpak en inrichting van een toekomstgerichte industrie, na een uur overleg, nog altijd de term natuur niet is gevallen, dan weet je dat er iets fundamenteel niet klopt. Er is die hardnekkige blinde vlek in ons denken. We richten ons op klimaatverandering en de bijbehorende maatregelen daartegen, maar leggen niet de relatie met de natuur. De mens is immers onderdeel van een ecosysteem dat de basis is voor ons bestaan. Door steeds maar meer te nemen dan je teruggeeft, breng je dat ecosysteem en de natuur ernstig uit balans. Met verstrekkende gevolgen voor de kwaliteit van onze leefomgeving.

Overschrijden van planetaire grenzen

Planetaire grenzenVoorwaarde voor duurzaam leven op onze planeet is dat de mens zich evenwichtig beweegt binnen de planetaire grenzen (stockholmresilience.org). Dit zijn de grenzen aan wat onze planeet, het ecosysteem en de natuur kan dragen, zonder dat toekomstige generaties daar de dupe van zijn. Alle alarmbellen zouden bij ons moeten rinkelen, want deze grenzen zijn al bereikt of stevenen in rap tempo af op het punt van overschrijden. We zijn al voorbij de grens van uitstoot van broeikasgassen die opwarming van de aarde veroorzaken, die van vervuiling door chemische middelen en voorbij de grens van het verlies aan biodiversiteit . We kunnen het ons dus niet permitteren om nog langer de kop in het zand te steken en op dezelfde voet door te gaan met roofbouw plegen op onze planeet.

Blinde vlek

Het kan inmiddels geen mens ontgaan dat het menselijk handelen ingrijpende invloed heeft op de planeet en op de directe leefomgeving. Maar het onzorgvuldig omspringen met de planetaire grenzen lijken we niet te zien. ZMf ervaart bij de industrie en de overheid een blinde vlek. Hoewel regelgeving steeds verder aanstuurt op duurzaamheid, hebben de meeste industriële bedrijven alleen oog voor technologische maatregelen en geen oog voor de impact op natuur. Economische groei en financiële winst zijn nog vaak het uitgangspunt. De verantwoordelijkheid om goed voor de leefomgeving te zorgen moet ook de industrie nemen. Het transformeren naar een schone en duurzame bedrijfsvoering, waarin natuur niet als lastig wordt gezien, maar als onmisbare bron, blijft nog altijd achter. Zo’n duurzame bedrijfsvoering zou juist het uitgangspunt moeten zijn.

Van kop in het zand naar koploper

Die blinde vlek kan omgebogen worden naar een realistisch besef en concreet doortastend handelen. ZMf ziet een slimme rol voor de industrie, namelijk die van baanbreker in een natuurinclusieve toekomstbestendige industriële sector! Haal dus de kop uit het zand en wordt ‘koploper’! Een natuurinclusieve bedrijfsvoering houdt namelijk de leefomgeving gezond, de natuur sterk en geeft ook de industrie zelf toekomst met een enorme meerwaarde voor onze regio.

Natuurinclusieve industrie

Wat is nu precies natuurinclusief? Daarmee wordt de mate bedoeld waarin maatschappelijk en economische activiteiten verweven zijn met de natuur en er bewust ruimte voor biodiversiteit wordt gecreëerd. Bij elke fase van activiteiten, planvorming, beleid, besluitvorming en beheer, staat natuur centraal. In een natuurinclusieve industrie krijgt natuur en de zorg voor het ecosysteem waarin de industrie zich beweegt, een centrale plek, naast alle andere onderdelen van de bedrijfsvoering. Economisch gewin is niet het overstijgende belang, maar een toekomstbestendige balans tussen economie en ecologie. Een maatschappelijk belang dus. In een natuurinclusieve industrie geeft een bedrijf terug wat ze gebruikt en helpt de natuur juist vooruit.

Integrale aanpak

Hoe pak je dat aan, zo’n natuurinclusieve industrie? Door een integrale aanpak, waarbij meerdere spelers op het aangewezen moment hun taak en verantwoordelijkheden oppakken. ZMf verwijst hiervoor naar het transformatiemodel. Daarin vindt een overgang plaats van een oude, onhoudbare situatie naar een nieuwe, gewenste, situatie. Het model is volgens ons ook van toepassing op de transformatie van traditionele bedrijfsmodellen naar een circulaire en duurzame opzet van bedrijfsvoering. In deze verandering spelen niet alleen technologische innovaties een rol, maar ook de visie en het handelen van andere partijen in de samenleving, zoals overheid, NGO’s, de financiële sector en onderzoek en onderwijsinstellingen. De collectieve aanpak van de transformatie is de sleutel tot het succes. Voorwaarde is dan dat alle partijen op het juiste moment hun opgave uitvoeren en er geen stappen worden overgeslagen.

Bruggen slaan

ZMf kan als geen ander de leidraad bieden voor de industriële sector om de natuur in hun bedrijfsvoering een centralere plek te geven. Vanuit ons kennisnetwerk zijn er volop mogelijkheden om natuurinclusieve oplossingen te verkennen en te helpen uitwerken tot concrete uitvoering. Tegelijkertijd zet ZMf zich in om natuurinclusiviteit een onomstootbaar uitgangspunt te maken.

Tags:

Vragen of tips?