Vijf interventies
Een andere, betere realisatie van duurzame energieopwekking op land is broodnodig. In de praktijk zijn volgens de Natuur en Milieufederaties en WUR hiervoor vijf systeeminterventies noodzakelijk. Landelijke normering. Succesvolle, multifunctionele energieprojecten die tegemoetkomen aan de lokale belangen van natuur, mens en economie. Om van uitzondering naar regel te komen is landelijke normering nodig.
Financieel instrumentarium. We kunnen normeren zoveel we willen, maar zonder beleid dat maatschappelijk rendement beloont levert dat niet de versnelling op die de energietransitie nodig heeft.
Landelijke afwegingen bij ruimtelijke planning op land. Met behulp van inventarisaties en kaarten van zowel kansen als aandachtsgebieden, kan een breder gedragen beeld ontstaan van welke typen multifunctionele projecten in welke gebieden uitkomst bieden. Het is belangrijk dat het Rijk dit oppakt in nauw overleg met de provincies en gemeenten.
Betere controle, handhaving en sancties. Er is niet of nauwelijks controle of de beoogde kwaliteiten daadwerkelijk gerealiseerd worden. Dit is een groot afbreukrisico voor lokaal draagvlak. Ter inspiratie kan gekeken worden naar Oostenrijk en Engeland, waar dit belangrijke aspect van een maatschappelijk geaccepteerde energietransitie al goed geregeld is.
Onderzoeken en leren. Nieuw onderzoek blijft nodig om volgende stappen te kunnen zetten in de ontwikkeling van hernieuwbare energieprojecten en de toepassing van een integrale gebiedsaanpak.
Landelijke regie nodig
Van de Pas: ‘De landelijke interventies hebben een aantal voordelen ten opzichte van de regie helemaal neerleggen bij decentrale overheden en de markt. Zo ontstaat er een gelijk speelveld voor ontwikkelaars en wordt er een einde gemaakt aan uiteenlopende interpretaties van begrippen als lokaal eigendom, landschapskwaliteit en natuurinclusiviteit.’ Volgens de Natuur en Milieufederaties en WUR wordt er op die manier structureel werk gemaakt van natuurherstel en een goed ontwerp in het landschap. Duurzame energieprojecten zijn minder afhankelijk van decentrale overheden die, door verschillende kennisniveaus, capaciteit en prioriteiten, zeer verschillend omgaan met de belangen van natuur en landschap. Ontwikkeling van kennis en goede voorbeelden zijn voor toekomstige toepassing, ook in het buitenland, van groot belang. De opgedane ervaring in waterveiligheid en ruimtelijke kwaliteit, in het programma ‘Ruimte voor de Rivier’, is nu al een waardevol exportproduct.
Tags: