Onderzoek naar natuurinclusieve landbouw in Zeeland krijgt een vervolg

Onderzoek naar natuurinclusieve landbouw in Zeeland krijgt een vervolg

Op donderdagavond 9 maart werden in het kader van het project ‘Naar een toekomstbestendige landbouw in Zeeland; van breed naar smal’, de ervaringen met drie jaar strokenteelt bij Agrarisch Innovatie en Kenniscentrum Rusthoeve en diverse Zeeuwse akkerbouwers gepresenteerd voor telers, overheden en inwoners van Zeeland.

9 maart 2023

De belangrijkste conclusie: voor de aantrekkelijkheid van het landschap is telen in stroken duidelijk een meerwaarde, ook is er een hogere variatie aan soorten akkervogels te vinden bij strokenteelt. Voor de landbouw is deze wijze van telen nog onvoldoende praktijkrijp en vraagt nog meer onderzoek. Gelukkig komt er een vervolg in de vorm van het project Gewasdiversificatie. Hiermee krijgt het onderzoek naar natuurinclusieve landbouw zoals strokenteelt 3 jaar extra de tijd. 

Resultaten strokenteelt Zeeuwse landbouw

In het project met strokenteelt is afgelopen 3 jaar geëxperimenteerd met verschillende breedtes van stroken. Er is gekeken welk systeem het meeste effect heeft op de weerbaarheid van gewassen. Het lijkt erop dat het telen in stroken in sommige gewassen meer natuurlijke vijanden aantrekt, waardoor de weerbaarheid van planten wordt vergroot en plagen minder kans krijgen. Daardoor hoeft er minder gewasbescherming gespoten te woden. De verwachte hogere gewasopbrengst voor de boer is in dit onderzoek niet bewezen. De hoeveelheid arbeid die het de boer kost om in stroken te telen is groter, met name tijdens bespuitingen en bij de oogst. Kortom, er liggen kansen en uitdagingen, en er is meer onderzoek nodig om hierover betrouwbare conclusies te kunnen trekken. Strokenteelt is momenteel voor de doorsnee akkerbouwer nog niet praktijkrijp.

 

Bij AIKC Rusthoeve is de teelttechnische kant van strokenteelt onderzocht. De resultaten van dit onderzoek zijn wisselend. Zo werden er afgelopen drie jaar veel natuurlijke vijanden waargenomen in de suikerbieten en zijn er geen insecticiden tegen bladluizen gespoten. De hoeveelheid vergelingsziekte in het veld viel daarbij erg mee. In de zaaiuien daarentegen werden weinig natuurlijke vijanden gevonden en was de druk van trips erg hoog, met veel zuigschade aan het gewas als gevolg. De opbrengsten lagen rond het niveau van opbrengsten in de praktijk. Wat verder wel duidelijk werd is dat strokenteelt meer arbeidsuren kost en ook aanpassingen qua mechanisatie vraagt. Zo hadden de stroken voor het zaaien de ideale breedte, maar moesten er tijdens bespuitingen weleens handmatig spuitdoppen dichtgedraaid worden, omdat de spuitboom breder was dan de stroken. Ook kon de breedte van de oogstmachines niet optimaal benut worden.

 

Resultaten strokenteelt voor natuur

In diverse regio’s op Schouwen-Duiveland, Noord-Beveland (Rusthoeve), Zuid-Beveland en Walcheren liggen percelen strokenteelt, die gemonitord zijn. Het experiment laat zien dat strokenteelt met diverse gewassen en omgeven door variërende maatregelen (zoals overhoeken, akkerranden en bloemblokken), zeker extra natuurwaarde oplevert en een afwisselender landschap geeft. Op Schouwen-Duiveland waar al langere tijd wordt geëxperimenteerd met strokenteelt lijken de aantallen gedurende de projectperiode van drie jaar monitoren stabieler en hoger dan op de andere locaties in Zeeland. Hoewel strokenteelt niet vanzelfsprekend een magneeteffect op akkervogels heeft, blijkt deze vorm van landbouw wel gunstig voor de diversiteit aan akkervogels. Opvallend was dat bij Rusthoeve binnen de projectperiode elk jaar hogere dichtheden van akkervogels werden waargenomen op het strokenteelt perceel dan op de referentiepercelen.

 

In Zeeuws-Vlaanderen werd in 2020 op een perceel zonder strokenteelt nul territoria (leefgebieden van dieren) aangetroffen. Nadat op dit perceel vanaf 2021 in stroken werd geteeld, nam het aantal territoria en soorten toe, van 1 territorium van de gele kwikstaart tot vijf territoria van de gele kwikstaart, graspieper en veldleeuwerik in 2022. Bij Rusthoeve werden binnen de projectperiode elk jaar hogere dichtheden aan akkervogels waargenomen op het strokenteelt perceel dan op de referentiepercelen. In 2020 was de dichtheid bijna twee keer zo hoog, maar werden alleen territoria van de gele kwikstaart waargenomen. In 2021 was het een piekjaar met een hogere variatie aan soorten op het strokenteelt perceel en een totale dichtheid die tien keer hoger lag dan de behaalde dichtheid op de referentiepercelen. In 2022 werd deze stijgende lijn helaas niet doorgezet, maar werd nog altijd een bijna vier keer hogere dichtheid op het strokenteeltperceel waargenomen dan op de referentiepercelen. Wel lijken de gekozen gewassen een groot effect te hebben op de aanwezige soorten en deze varieerde over de jaren en per strokenteelt perceel. Daarnaast waren dichtheden op strokenteeltpercelen gemiddeld hoger wanneer zij in de buurt lagen van variërende maatregelen 

 

Wijnand Sukkel gaf tijdens zijn presentatie aan dat we, naast de klimaatcrisis, nog een groter probleem kennen, namelijk de biodiversiteitscrisis. De huidige landbouw speelt hier helaas ook een rol in. Er zijn steeds meer bewijzen die laten zien dat het huidige voedselsysteem onhoudbaar is. ‘De biodiversiteit in Nederland loopt al jaren sterk terug’, stelt Wijnand. ‘Sinds 1960 is het aantal boerenlandvogels, zoals de veldleeuwerik, met zestig tot zeventig procent teruggelopen. De keuze van gewassen, het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen, mechanisering en schaalvergroting hebben eraan bijgedragen dat er niet een continu aanbod van voedsel en schuilplaatsen is voor vogels en insecten en dat hun leef- en nestgebied verloren is gegaan. Maar de landbouw kan ook deel uitmaken van de oplossing.’ Wijnand is al meer dan dertig jaar bezig met onderzoek naar duurzame teeltsystemen en duurzaam bodembeheer. Zijn hele loopbaan werkt hij al aan een landbouwsysteem waarin niet alleen rekening gehouden wordt met de economie, maar ook met de ecologie. Vooral op het vlak van biodiversiteit valt er nog veel te winnen, bijvoorbeeld door het telen in stroken, in de vorm van agroforestry en door meerdere gewassen tegelijk te verbouwen in plaats van slechts één. Door meerdere gewassen te verbouwen met een kleiner aaneengesloten oppervlak per gewas en met verschillende zaai- en oogstmomenten in het jaar kan de biodiversiteit vergroot worden. Als een boer niet in één keer een groot oppervlakte omploegt dan zou dat de biodiversiteit al enorm helpen. Dit soort voedselproductie kan een enorme hoeveelheid biodiversiteit opleveren.

Echter deze manier van werken vraagt tijd, onderzoek, experimenteerruimte en een heuse cultuuromslag. Want ons landbouwsysteem is jarenlang ingericht om de monocultuur te dienen. Het hele landbouwsysteem en bijvoorbeeld het machinepark van een teler is hierop ingesteld. Strokenteelt is nu dus nog een grote uitdaging voor de gangbare akkerbouwer maar er liggen ook kansen! Bijvoorbeeld in de robotisering. Landbouwtechnische robots kunnen in de nabije toekomst al nieuwe oplossingen bieden voor uitdagingen, onder andere op het vlak van mechanisatie, die nu nog spelen binnen strokenteelt. Je kan dan bijvoorbeeld met een kleine robot onkruid wieden en ter plekke, indien nodig, een bespuiting uitvoeren. Ook de akkerbouwsector zoekt naar economisch perspectief voor de lange termijn. Telers beseffen steeds meer dat er iets drastisch moet veranderen in het landbouwsysteem, als we onze biodiversiteit, en daarmee ook de toekomst van de landbouw, willen behouden. Maar het vraagt nog veel overtuigingskracht om echt iedereen tot concrete actie te bewegen. Het zou daarom helpen om boeren te belonen voor hun inspanningen voor biodiversiteit.

Foto bijeenkomst strokenteelt

Samenwerking en nieuw project Gewasdiversificatie

De beeldvorming doet ons soms geloven dat natuur en landbouw tegenover elkaar staan. Maar in dit project staat juist de samenwerking tussen teler en natuur voorop. Hoe kan je een toekomstbestendig duurzaam landbouwsysteem ontwikkelen waarin er winst is voor landbouw én natuur. Vanuit ieders expertise werken hieraan samen: Zeeuws Agrarisch Jongeren Kontakt, Agrarisch Innovatie en Kenniscentrum Rusthoeve, Stichting Het Zeeuwse Landschap, ZMf, Delphy en DLV Advies. In het nieuwe project Gewasdiversificatie, waar ook Wageningen Universiteit aan meewerkt, zullen verschillende maatregelen getest worden zoals, strokenteelt, mengteelten, verhoogde graanstoppels, maaibeleid, alarmsystemen voor wild en innovatief gebruik van groenbemesters ten behoeve van biodiversiteit.  Hiermee gaan we op een meer praktijkgerichte manier werken aan het begrip ‘natuurinclusieve landbouw’. 

Financiële ondersteuning

Beide bovengenoemde projecten worden mede gefinancierd door het Programma voor Plattelandsontwikkeling voor Nederland (POP3). Dit programma ontvangt een financiële bijdrage uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO): Europa investeert in zijn platteland. 

 

Tags: