Natuur- en milieuorganisaties doen aanbevelingen om uit stikstofcrisis te komen

Natuur- en milieuorganisaties doen aanbevelingen om uit stikstofcrisis te komen

Het ministerie van LNV moet nu de kans aangrijpen om de landbouw van de toekomst vorm te geven, vinden negen natuur- en milieuorganisaties. In een brief aan minister Staghouwer geven ze handreikingen over hoe die transitie vormgegeven kan worden, zodat boeren nu snel duidelijkheid en een duurzaam perspectief krijgen.

15 augustus 2022

De natuur- en milieuorganisaties vinden dat de transitie van de landbouw niet alleen met oog op stikstof, maar ook met het oog op klimaat, water- en natuurherstel moet worden aangepakt. Natuurmonumenten, Greenpeace, LandschappenNL, Milieudefensie, WNF, Natuur & Milieu, SoortenNL, Vogelbescherming Nederland en de Natuur en Milieufederaties doen aanbevelingen voor een duurzaam toekomstperspectief voor agrarische ondernemers. Boeren verdienen snel duidelijkheid over hun toekomst en ketenpartijen moeten financieel bijdragen aan de vergroening van de landbouw.

Lees de brief met aanbevelingen

Blindstaren op stikstof lost de klimaat- en watercrisis niet op

De overgang naar duurzame landbouw kan alleen als we de natuur-, klimaat- en watercrisis integraal oplossen. Eenzijdige maatregelen die gericht zijn op één van de problemen biedt geen eerlijk en duurzaam toekomstperspectief. Dit zal ertoe leiden dat agrarische ondernemers in 2027 extra maatregelen voor schoner water moeten nemen en een paar jaar later voor het klimaat. Ook de samenhang met de besteding van geld uit het stikstoffonds van ruim 24 miljard euro, het Nationaal Strategisch Plan voor de Europese landbouwsubsidies en het mestbeleid is van groot belang.

Extensiever en natuurvriendelijker

De organisaties vragen minister Staghouwer om aan boeren duidelijk te maken hoe ze natuurvriendelijker (‘natuurinclusief’) kunnen gaan werken en om hen te compenseren voor de kosten die ze daarvoor moeten maken. Ontwerp daarvoor een afbouwregeling voor het gebruik van kunstmest, schadelijke bestrijdingsmiddelen en geïmporteerd veevoer.

Belangrijk is ook om boeren ondernemerszekerheid te geven, door ondersteuning (met kennis en geld) én met langjarige regelingen voor het leveren van publieke diensten, zoals landschapsonderhoud en weidevogelbeheer. Boeren betalen voor het omzetten van landbouwgrond naar landschapsgrond bevordert extensivering en ecologische bedrijfsvoering. Dit kan met name voor de overgangsgebieden rondom kwetsbare natuurgebieden eraan bijdragen dat landbouw en natuur goed samen kunnen gaan.

De toekomst van weidevogels, waaronder de bedreigde grutto, hangt helemaal af van de benodigde grootschalige transitie naar natuurvriendelijke landbouw. Weidevogels kunnen met alleen reservaatbeheer niet in gezonde populaties behouden worden, daarvoor zijn boeren nodig. Dat vindt de minister zelf ook, die daarvoor het Aanvalsplan Grutto heeft omarmd en wil uitvoeren de komende jaren.

Koplopers en piekbelasters

Koplopers in de transitie naar duurzame landbouw en natuurvriendelijke of biologische boeren moeten waar mogelijk worden gesteund. Hieronder vallen ook de ‘weidevogelboeren’ van Vogelbescherming. De overheid moet hen nauw betrekken bij de vormgeving van de transitie. Deze boeren zijn essentieel als rolmodel en kennismakelaar voor alle boeren die de omslag nog moeten maken.

Een goed voorbeeld geeft het onlangs gepubliceerde ‘Groenboerenplan’ van diverse boerenorganisaties. Voor bedrijven met zeer veel uitstoot van stikstof (’piekbelasters’) is daarentegen geen ruimte meer, vinden de organisaties.

Ook ketenpartijen moeten meedoen

De gezamenlijke opdracht om de landbouw te hervormen naar een duurzame vraagt om stappen van alle betrokken partijen. Dat betekent dat ook banken moeten bijdragen aan de transitie. Daarvoor moeten wel bestaande investeringsonzekerheden weggenomen worden waardoor banken naar eigen zeggen geremd worden om te investeren in verduurzaming. Banken zouden echter zelf ook hun nek kunnen uitsteken door investeringen in duurzame landbouw meer te stimuleren dan nu het geval is.

Daarnaast is het nodig dat ook ketenpartijen (zoals veevoederbedrijven, supermarkten en groothandels) hun steentje bijdragen aan het verduurzamen van de landbouwsector. Dankzij nieuwe Europese concurrentiewetgeving kunnen deze partijen nu afspraken maken over hogere duurzaamheidseisen en boeren hiervoor extra belonen. De overheid kan het maken van deze ketenafspraken afdwingen en bovendien de consument stimuleren om te kiezen voor duurzame producten bij het boodschappen doen. Zo krijgen agrarische ondernemers een eerlijke prijs voor duurzame producten en kunnen maatschappelijke gelden worden ingezet voor die zaken die alleen met publiek geld betaald kunnen worden, zoals agrarisch natuurbeheer.

In september komt minister Staghouwer met zijn nieuwe ‘perspectievenbrief’. De natuur- en milieuorganisaties zullen deze brief beoordelen op integraliteit, snelheid en het eerlijke toekomstperspectief voor de Nederlandse landbouw.

Tags: